De snijtanden en kiezen van konijnen en knaagdieren (zoals cavia’s en chinchilla’s en ratten) groeien het hele leven door. De gemiddelde groei hiervan is respectievelijk zo’n 2-4 mm per week en als er onvoldoende slijtage plaatsvind door knagen en kauwen op goede kwaliteit hooi dan ontstaat er doorgroei in 2 richtingen. Niet of slecht kunnen eten is het gevolg

Hoofd oorzaken van gebitsproblemen zijn:

  1. Verkeerde voeding : onvoldoende ruwvoer (hooi) en tekorten aan calcium in de voeding en te weinig vitamine D ( “vitamine zon” ) geven onvoldoende afslijting en ontkalking van de kaakbotten. Gevolg is scheefstand van de kiezen in de kaak en afwijkende slijtage tijdens het kauwen, waardoor er zogenaamde haakjes op de kiezen ontstaan die met hun scherpe kanten in wang of tong prikken. Ook de snijtanden raken elkaar niet meer, slijten dus niet meer af en groeien als olifantstanden naar buiten toe of richting gehemelte. Ook de wortels van onvoldoende afgesleten kiezen gaan zich verlengen in de kaak en gaan door een te zachte bot structuur ook nog in een andere richting groeien. Vervolgens gaan ze wat losser zitten en door bacteriëngroei onder het slijmvlies hierdoor kunnen pijnlijke kaakabcessen ontstaan.

Een optimaal dieet bestaat dan ook uit onbeperkt hooi en gras met een voldoende vezelgehalte , dagelijks wat blad groenten en kruiden en maximaal 20 gram biks (geperste brok en geen gemengde korrels) per kilogram konijn. Liefst ook geen suikerhoudende en te energierijke snoepjes of muesli. Teveel calcium is ook niet goed omdat dit blaassteentjes tot gevolg kan hebben. Cavia’s moeten dagelijks vitamine C krijgen omdat ze het net als de mens niet kunnen aanmaken maar ook niet kunnen opslaan, Het zit weliswaar in de biks voeding en in groenten maar niet voldoende. Bovendien is in bij veel merken het toegevoegd vit C erg onstabiel en zit er 3 maanden na productiedatum nauwelijks nog iets in de zak. Dagelijks een 40-70 mg kauwtabletje (Roter ®) is het advies.

  1. Trauma: door een ongeluk (val of schikken) kan er een breuk ontstaan waardoor de positie van de tanden en kiezen veranderd.
  2. Erfelijkheid: door ongecontroleerde fok kunnen er afwijkingen ingefokt worden zoals een onderbeet waardoor snijtanden niet meer elkaar raken en onvoldoende afsluiten met olifantstanden tot gevolg. Regelmatig slijpen is dan noodzakelijk maar soms is het definitief verwijderen van de snijtanden de beste oplossing.
  3. Afwijkend knaag gedrag aan tralies met te snelle slijting tot gevolg of verbuiging van snijtanden.

Bij het constateren van een konijn, of knaagdier dat wel interesse heeft in eten maar harde brokjes niet weg krijgt of eten laat vallen is het verstandig een dierenarts te raadplegen. Vaak is inspectie onder gasnarcose nodig om de kiezen goed te kunnen beoordelen. Afhankelijk van de diagnose kan dan direct een eventuele haak op de kies worden weggeslepen dan wel een loszittend element worden verwijderd. Ook moeten regelmatig röntgenfoto’s worden gemaakt om de kieswortels te kunnen beoordelen en een diagnose te kunnen stellen.